- Home
- Documentatie
- Daling in arbeidsongeschiktheid ondanks COVID-19-piek in maart
Tussen januari en augustus 2020 was 1 op de 20 hoofddiagnoses bij aanvang van arbeidsongeschiktheid COVID-19. Dat blijkt uit de nieuwste studie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen. Toch werd voor het eerst in jaren een daling vastgesteld in het aantal nieuwe getuigschriften die leidden tot een uitkering via het ziekenfonds. De effecten van COVID-19 op de arbeidsongeschiktheid zullen pas de komende maanden en jaren echt duidelijk worden. Vooral psychosociale aandoeningen zullen nauwgezet opgevolgd moeten worden.
Datum
Piek in arbeidsongeschiktheid in maart 2020
In maart 2020 lag het aantal nieuwe aanvangen van arbeidsongeschiktheid 1,6 keer hoger dan in maart 2019. De kans is groot dat dit komt omdat in het begin deze attesten ook werden gebruikt om een quarantaine te certificeren. Bovendien was het in die periode nog onduidelijk hoe COVID-19 gecodeerd moest worden als diagnose. Dat blijkt uit het scherpe aantal stijgingen van diagnoses voor ziekten van het ademhalingsstelsel, infectieziekten en hoesten. Maar wat vooral opvalt, is dat de piek in maart gepaard ging met een parallelle stijging in psychosociale aandoeningen, bot- en spierziekten en kanker. Waarschijnlijk vonden heel wat risicopersonen toegang tot het systeem van arbeidsongeschiktheid uit angst om COVID-19 op te lopen op de werkplek. Uiteindelijk bleek 4,9% van alle nieuwe aanvangen van arbeidsongeschiktheid die leidden tot een uitkering direct gerelateerd te zijn aan COVID-19.
Deze cijfers komen uit een analyse onder de leden van de Onafhankelijke Ziekenfondsen, waarbij de intredes in arbeidsongeschiktheid tussen 1 januari 2020 en 31 augustus 2020 werden vergeleken met voorgaande jaren.
Kortere duurtijd in arbeidsongeschiktheid
De tijd die personen met een getuigschrift met de diagnose COVID-19 arbeidsongeschikt waren, blijkt relatief beperkt in diezelfde periode. Bijna drie op de vier arbeidsongeschiktheidsperiodes waren afgesloten vóór 30 dagen. Voor andere ziektebeelden bedraagt dit gemiddeld 40 %. Heel wat mensen bezorgden dus een getuigschrift bij hun verzekeringsinstelling, maar vielen terug op het gewaarborgd loon uitbetaald door hun werkgever in plaats van een uitkering van hun ziekenfonds.
Vooral ziekenhuiswerknemers kregen een arbeidsongeschiktheidsuitkering in die periode: +149% in maart 2020 in vergelijking met maart 2019. Meer dan 6 op de 10 werknemers uit ziekenhuizen die een getuigschrift van arbeidsongeschiktheid indienden, bleven langer dan 30 dagen arbeidsongeschikt. In rusthuizen bedroeg dit bijna de helft van de werknemers. Voor alle andere sectoren lag dit percentage (ruim) onder de 40%.
Dominantie van psychosociale aandoeningen
Het aantal nieuwe getuigschriften dat aanleiding gaf tot een uitkering in 2018, 2019 en 2020 bedroeg respectievelijk 46.184, 48.947 en 46.851. Tussen 2018 en 2019 betekende dit een stijging met 6,0%, terwijl dit tussen 2019 en 2020 neerkwam op een daling met 4,3%. Deze daling is merkbaar voor zowel lichamelijke als psychosociale aandoeningen. De piek in arbeidsongeschiktheidsaanvragen in maart werd immers gevolgd door een scherpe daling in de weken nadien. Pas eind mei werd terug het niveau van 2019 bereikt.
Het overwicht van psychosociale aandoeningen blijft echter erg merkbaar. Burn-out blijft goed voor circa 1 op de 10 (9,8%) arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Hetzelfde geldt voor depressies (9,9%). “Dat burn-out intussen goed is voor 1 op de 10 van de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen baart mij grote zorgen”, reageert professor Stijn Baert. “Een onderzoek dat we aan de UGent deden, toont aan dat wie een burn-out achter de rug heeft, ook nadien op de arbeidsmarkt wordt geconfronteerd met stigma’s, zoals de perceptie dat men minder stressgevoelig zal zijn.”
Voor de Onafhankelijke Ziekenfondsen is preventie de beste remedie, zeker in deze tijden van toegenomen thuiswerk. Investeren in optimale werkomstandigheden is een belangrijke voorwaarde in het voorkomen van psychosociale aandoeningen. “Het is trouwens cruciaal om wie telewerkt toch voldoende dicht bij de werkplek te houden”, benadruk professor Baert. “Onderzoek wijst immers uit dat, deels door een groeiende afstand, telewerkers minder opleidingen volgen en minder snel promotie maken.”
Slechts een stukje van de puzzel
Werkloosheid en arbeidsongeschiktheid werken als communicerende vaten. Tijdelijke werkloosheid was tijdens de coronacrisis een vaak ingeroepen maatregel: in april 2020 stond bijna een kwart van alle loontrekkenden op tijdelijke werkloosheid. Tijdelijke werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en in deze crisis ook quarantaine kunnen door elkaar lopen of mekaar opvolgen. Dus bovenstaande cijfers zijn slechts een stukje van de puzzel.
Wat de tweede COVID-19-golf betreft, blijkt uit voorlopige cijfers dat de piek in arbeidsongeschiktheid minder steil was, maar wel langer uitgesponnen.
Meer info:
Perscontact: Liesbeth Roelandt - 0479 21 52 48 - liesbeth.roelandt@mloz.be
- Beschikbare expert: Luk Bruyneel, Vertegenwoordiging en Studies Onafhankelijke Ziekenfondsen, luk.bruyneel@mloz.be