Naast de bestaande voorzieningen, die nog te weinig gekend zijn, benadrukt Sophie De Kuyssche de rol van leeftijdsgenoten. "Jongeren beschouwen vrienden, leeftijdsgenoten, als bevoorrechte gesprekspartners. Laten we niet vergeten dat deze leeftijdsgenoten op school zijn. De school moet deze groepen dus echt ondersteunen en hen beschouwen als een steun voor iedere jongere die er deel van uitmaakt.’ Op die manier dragen we volgens haar bij aan de groepscohesie. ‘Gevoelens van welzijn, vertrouwen en veiligheid binnen deze groepen zijn heel belangrijk. Ze dragen bij aan de versterking van het vertrouwen om gezondheidsvragen aan te kaarten."
De PMS centra
De professionals van de PMS centra zien een explosie van individuele vragen van jongeren. Deze vragen gaan vaak over geestelijke gezondheidsproblemen. ‘Naast het aantal vragen is ook de complexiteit ervan ongekend in vergelijking met de periode vóór COVID. In deze context bestaat de rol van de PMS medewerkers erin de jongere op te vangen, zijn emoties op te vangen, te luisteren en te helpen onder woorden brengen wat hij voelt. Het gaat erom samen met hem zijn moeilijkheden en behoeften te benoemen’. Soms bestaat de interventie er ook in om het verzoek door te geven aan professionals buiten de schoolwereld: ‘De PMS centra bieden bijvoorbeeld geen psychologische opvolging van therapeutische aard. Er is dus een overdrachtssysteem naar de eerstelijnspsychologen’.
Hoewel de PMS centra op individuele basis met leerlingen werken, werken zij ook met groepen leerlingen, voornamelijk voor preventiedoeleinden. ‘Dit is een essentiële dimensie bij het voorkomen van problemen, met name bij het gebied van gezondheid en geestelijke gezondheid. De medewerkers werken samen met de leerkrachten om hen bewust te maken van het belang van het opvangen van de leerlingen, van het opvangen van elke leerling en niet alleen voor een kwartiertje aan het begin van het schooljaar.’ Andere thema’s, die ook werden geanalyseerd in de enquête, maken uiteraard ook deel uit van het dagelijkse leven van deze professionals. Het kan gaan over voeding, slaap, levensstijl of verslavingen.
Engagement
"Preventie betekent ook jongeren in staat stellen in beweging te komen en zich te engageren’, gaat de Secretaris-generaal verder. ‘Ze aanmoedigen zich te engageren, ook op school, betekent hen een bescherming bieden’. Studies, onder andere geleid door de universiteit van Luik tijdens de COVID-periode, hebben aangetoond dat hoe meer de jongere zich inzet, hoe minder overtredingen hij of zij zal begaan of hoe minder afwijkend gedrag hij of zij zal vertonen. ‘Deze beschermende functie is welkom om het welzijn binnen en buiten de school te waarborgen", besluit Sophie De Kuyssche.