80 à 90 % van de hulpverleners heeft de stap naar online raadplegingen gezet. Voor velen was dit de allereerste keer. “En daardoor moesten ze vooral op hun intuïtie afgaan”, legt Van Daele uit. “Want minder dan 10 % van de Belgische zorgverleners heeft ooit een opleiding gevolgd over de digitale mogelijkheden.”
De nieuwe technologie is er en het is vooral belangrijk dat we er nu goed mee leren omgaan. “Er zijn twee grote dingen waar we nu bijkomend kunnen op inzetten”, vindt Van Daele.
Volgens Van Daele is het vooral belangrijk dat we kijken naar de functioneel toegevoegde waarde van online raadplegingen. “Als je voor een 1 op 1 contact moet kiezen tussen offline of online, kiest men natuurlijk liever voor fysiek contact want dat is authentieker. Online consultaties kunnen vooral een meerwaarde zijn, als we ze pragmatisch gaan gebruiken.”
Een app die vraagt hoe je je voelt. Ook dat is vandaag een deel e-Health. Van Daele: “De coronapandemie heeft ervoor gezorgd dat gezondheidsapplicaties wat meer aandacht kregen. Kijk bijvoorbeeld naar het ontstaan van een online hulpappstore.be. En dat is goed nieuws. Want in de geestelijke gezondheidszorg kunnen applicaties een belangrijke aanvullende rol spelen.”
Geestelijke gezondheidszorg is ruim en de technologische mogelijkheden zijn legio. “Maar elke zorgverlener moet zichzelf twee dingen afvragen”, vindt Van Daele. “Is die technologie een haalbare piste voor de patiënt die nu voor mij zit? En is dit iets voor mij?” Om beide vragen goed te kunnen beantwoorden, is het noodzakelijk dat de betrokken psycholoog of psychiater weet wat de technologie allemaal te bieden heeft. “En het is ook verkeerd te denken dat jongeren sowieso meer open staan voor digitale mogelijkheden dan de oudere generaties.”
Uit een bevraging, in het begin van de pandemie, bij 8.000 psychologen en psychiaters over de hele wereld bleek enthousiasme te zijn over het gebruik van digitalisering in hun vak. Maar is dat vandaag, een anderhalf jaar later, nog altijd zo? En wat vinden de betrokkenen hiervan?