Jongeren
Geneesmiddelen

Meer dan de helft van de jongeren neemt geneesmiddelen

Antibiotica, pijnstillers, anti-allergische geneesmiddelen, ... 56% van de Belgische jongeren neemt minimaal één geneesmiddel per jaar. Een cijfer dat enkel slaat op voorgeschreven en terugbetaalde geneesmiddelen. Het echte aantal jongeren dat geneesmiddelen neemt, ligt dus vast nog hoger. Slikken onze jongeren te veel pillen?
Afbeelding
Jeune femme assise dans un lit et prenant un comprimé avec un verre d'eau / Jonge vrouw zittend in bed neemt een tablet met een glas water

Uit de statistieken van Eurostat* blijkt dat we in België het grootste aandeel jonge gebruikers (15-24 jaar) van geneesmiddelen op voorschrift vinden. Een vaststelling die de Onafhankelijke Ziekenfondsen bevestigen in hun recente studie over een leeftijdsgroep die maar zelden bestudeerd wordt: de 12- tot 18-jarigen. Daaruit blijkt dat 56% van de jongeren jaarlijks minimaal één geneesmiddel op voorschrift neemt

Te veel ontstekingsremmers

Het is geen verrassing: de geneesmiddelen die de jonge Belgen het meest nemen zijn antibiotica. 30% van de jongeren nam in 2016 gemiddeld 23 dagen antibiotica. Een hoog cijfer dat nog maar eens bewijst dat, ondanks de sensibiliseringscampagnes, er nog werk aan de winkel is om het antibioticagebruik in ons land in te perken.

  • Andere geneesmiddelen die jongeren (te) vaak nemen: pijnstillers van het type NSAID (non-steroïdale ontstekingsremmers zoals Ibuprofen). Bijna 1 op de 5 jongeren (19%) kreeg in 2016 zo’n pijnstiller op voorschrift terugbetaald. Deze geneesmiddelen worden vooral aanbevolen bij bepaalde acute pijn en bij de behandeling van chronische ziektes en ontstekingsziektes als reuma. Ze zijn bekend om hun vele, vaak voorkomende en soms gevaarlijke bijwerkingen. Jonge Belgen nemen dergelijke ontstekingsremmers op voorschrift gemiddeld 20 dagen per jaar, maar het werkelijke gebruik ligt vast nog een stuk hoger. Over deze geneesmiddelen wordt iets te luchtig gedaan: ze zijn vrij te verkrijgen en in elke gezinsapotheek vind je wel een verpakking met pijnstillers terug.
  • Op de derde plaats van de meest gebruikte geneesmiddelen door jongeren, staat de groep met anti-allergische geneesmiddelen (genomen door 9,6% van de jongeren) en de geneesmiddelen tegen astma (7,3%). De inname van deze geneesmiddelen is veeleer stabiel, maar het cijfer blijft hoog. 

Banalisering van het geneesmiddelenverbruik

Schrijven we onze kinderen te veel pillen voor? Zonder individuele diagnose en info over de context van elke jongere valt dat moeilijk te zeggen. Wel kunnen we ons vragen stellen bij het gemak waarmee naar geneesmiddelen gegrepen wordt. Er bestaan maar weinig wetenschappelijke studies naar het geneesmiddelengebruik van jongeren. De analyse van de Onafhankelijke Ziekenfondsen bevestigt echter de moderne tendens om leeftijdsgebonden moeilijkheden tijdens de adolescentie (onrust, laag zelfbeeld, angst,...) met geneesmiddelen op te lossen en de lage tolerantie die we hebben voor dagelijkse pijn (hoofdpijn, spierstijfheid, ...). Jongeren zijn een patiëntengroep met heel specifieke kenmerken en gedrag (drang naar onafhankelijkheid, nood aan krachtige sensaties door grenzen af te tasten ,...). Daar moeten we rekening mee houden, vooraleer we aanbevelingen formuleren.

Sowieso zijn meer inspanningen nodig om adolescenten en hun ouders te sensibiliseren over de ongewenste effecten van geneesmiddelen, in het bijzonder van ontstekingsremmers. Vanwege hun potentiële bijwerkingen mogen deze geneesmiddelen namelijk enkel gebruikt worden wanneer de verhouding voordeel/risico positief wordt geschat. Is er sprake van koorts? Dan is paracetamol de eerste keuze. 

Eerst niet-medicamenteuze oplossing overwegen

Blijft de pijn aanhouden? Dan is het beter om naar de dokter te gaan en te stoppen met zelfmedicatie. Een ernstig symptoom dat blijft aanhouden moet trouwens altijd door een professional vastgesteld worden. Ook apothekers die geneesmiddelen aan jongeren meegeven, hebben de verantwoordelijkheid om uitleg te geven over het gebruik ervan en wat de eventuele gevaren zijn.

Om gezondheidsproblemen bij jongeren aan te pakken, kunnen we hen en hun naaste omgeving enkel aanmoedigen om eerst aan niet-medicamenteuze oplossingen of aanpassingen van de levensstijl te denken, vooraleer naar medicatie te grijpen. Meer sporten, de strijd met schermverslaving aangaan of niet roken bijvoorbeeld. Er zouden ook meerdere actoren betrokken kunnen worden bij de gezondheidseducatie, zoals middelbare scholen of jeugdbewegingen.