Jongeren versus ouderen
"Kinderen zijn de levende boodschappen die we sturen naar een tijd die we zelf niet meer zullen meemaken." Deze quote van Amerikaans cultuursocioloog Neil Postman onderstreept hoe belangrijk solidariteit tussen generaties is. De oude generatie geeft het leven door, de nieuwe generatie doet er hopelijk iets interessants mee. Om een samenleving te laten floreren moeten jong en oud tot een diepgaand contact komen. Enkel zo leren we elkaar appreciëren en met elkaar samenleven.” Philippe Noens, docent Gezinswetenschappen aan de Odisee hogeschool en onderzoeker bij het Kenniscentrum Gezinswetenschappen, vond het storend dat solidariteit tijdens de COVID-pandemie eenzijdig werd benaderd. “In het begin van de pandemie werd solidariteit vooral gedragsmatig begrepen: er werden regels gemaakt en iedereen moest zijn gedrag aanpassen. Alleen zo konden we voorkomen dat ouderen en kwetsbaren besmet raakten en de druk op de gezondheidszorg onder controle bleef. Die logica is weliswaar begrijpelijk maar moedigde zwart-wit denken aan”, vertelt Noens. “Aan de ene kant had je de jeugd, voorgesteld als de generatie die zich ‘misdroeg’. Die lak had aan afspraken. Jongeren die samenkwamen op de stranden van Knokke-Heist of kotfeestjes organiseerden werden uitgelicht. Daardoor leek het een tijdje alsof ‘de jeugd’ de boodschap niet had begrepen en niet solidair genoeg was met de oudere generatie. Aan de andere kant had je dan de ouderen die als geïsoleerd werden voorgesteld, opgesloten in een woonzorgcentra. Dat we meer voor onze ouderen hadden kunnen en moeten doen betwijfeld niemand. Maar door jongeren af te schilderen als ‘daders’ van verspreiding en ouderen als ‘slachtoffers’ van onverantwoord gedrag speelde de media ongewild de generaties uit elkaar.” Noens is duidelijk: "dit soort framing doet onrecht aan de werkelijkheid. Generaties moeten we niet zo binair bekijken."
Leren van babyboomers
Denk maar aan de generatie babyboomers. Deze nieuwe ‘pensionado’s’ worden vaak voorgesteld als genieters: ze blijven zeer actief, gaan op reis, schrijven zich in voor workshops, zorgen geregeld voor de kleinkinderen, hebben soms een tweede verblijf... “Maar ik denk dat die nieuwe generatie gepensioneerden de verkeerde boodschap krijgt”, vindt Noens. “Het leven draait niet om genieten alleen. Deze mensen hebben, omwille van hun levenservaring, een belangrijke taak: het steunen en begeleiden van de generaties die achter hen komen. Ze beschikken immers over embodied knowledge – belichaamde kennis. Ze hebben ervaring en kennis opgedaan die de jongere generatie mist, gewoon omdat ze al langer leven en al meer zaken hebben meegemaakt. Twintigers denken bijvoorbeeld dat hun job wel in de lijn van hun diploma zal liggen. Ouderen kunnen dat beeld nuanceren – iemands loopbaan kent vaak vele rare kronkels. Om een boutade uit de kast te halen: jonge mensen hebben niet alle wijsheid in pacht, wijsheid komt met de jaren. Het is dan ook aan ouderen om wat minder te genieten, en hun kennis en kunde – dus hun gesprokkelde knowhow – mee te delen en door te geven.”
Granny’s finest
Unesco spreekt over Levende Menselijke Schatten en spoort landen aan om initiatieven in te sturen die bijdragen tot het behoud van (die kennis van) levende schatten. Zoals bijvoorbeeld de paardenvissers in Oostduinkerke: mensen met een hoog niveau van kennis en kunde, die het immaterieel cultureel erfgoed bewaren. “Het is belangrijk dat die kennis, maar ook die traditie, wordt doorgegeven”, benadrukt dr. Noens. “Zo bestaat in Nederland het project ‘Granny’s Finest’. Jonge mensen die interesse hebben in de modewereld werken samen met brei-oma’s. Die oma’s hebben de technieken om de kleren te maken en de jonge modebewuste generatie kent de trends van vandaag en weet welke marketing ze hiervoor kunnen inzetten. Die twee generaties komen dus regelmatig samen en leren van elkaar.”
Intergenerationele solidariteit
Wederzijds contact en begrip tussen generaties is nodig om tot een intergenerationele solidariteit te komen. En oudere generaties hebben een belangrijke rol om wat ze weten, wat ze kunnen en wat ze denken door te geven aan de jongeren. Hoe kan je dit dan als samenleving het beste aanpakken? Dr. Noens: “Een belangrijke rol is weggelegd voor de overheid … Het beleid kan bijvoorbeeld woonsites ontwikkelen waar meerdere generaties samenwonen. Denk bijvoorbeeld aan het implementeren van studentenkamers in woonzorgcentra, of het openhouden van een kinderdagverblijf op het gelijkvloers van zo’n woonzorgcentra. Door de woonomgeving van jong en oud op een juiste manier in te vullen, kan contact vanzelf komen. Waarom niet de tuintjes van een sociale woonwijk waar veel ouderen wonen, laten grenzen aan een open speelplaats van de lokale school? Zo stimuleer je intergenerationeel contact.” Als pedagoog onderzoekt Noens samen met zijn studenten hoe medische wachtruimtes anders kunnen worden ingevuld, zodat zo’n intergenerationeel contact makkelijker plaatsvindt. “We zoeken manieren om wachtruimten aan te kleden zodat ze contact stimuleren, zonder dat het moralistisch wordt. Je staat er van versteld hoeveel infoposters er bijvoorbeeld nog vooral vrouwen en moeders afbeelden. En je kan naast de traditionele speelhoek nadenken over het plaatsen van een ronde tafel in een wachtzaal – de opstelling van een ruimte blokkeert of stimuleert wel degelijk interactie.”
Meer weten over hoe het gaat met jong en oud anno 2022? Dr. Philippe Noens geeft zijn kijk hierop in het boek ‘Mogen we nog wel straffen?’ Het boek is uitgegeven bij Uitgeverij Lambrechts.