Het aantal arbeidsongeschikte personen stijgt bruusk en aanzienlijk vanaf 10 maart 2020, bereikt een piek op 20 maart 2020 en blijft op een plateau tot het einde van de maand maart 2020.
Na dit plateau daalt de arbeidsongeschiktheid. De situatie van vóór COVID-19 lijkt zich te herstellen vanaf half april.
In vergelijking met de voorgaande jaren is het verschil dat werd opgemerkt vóór de gezondheidscrisis (dus vóór de maand maart) verdwenen vanaf de maand mei. Vanaf mei zijn er dus minder arbeidsongeschikte personen dan verwacht en zitten we opnieuw op het niveau van het jaar 2019.
Tijdens de COVID-19-crisis was de stijging van de arbeidsongeschiktheid ten hoogste 10 %.
Evolutie van de medische diagnoses van arbeidsongeschiktheid
Het aantal medische attesten van erkenning van arbeidsongeschiktheid omwille van het coronavirus kent een heel grote stijging in de maand april 2020 (2.158 medisch attesten) in vergelijking met de attesten van maart 2020 (723 medische attesten).
Deze diagnose duikt voor het eerst op in de top 10 van de diagnoses in maart en is het meest voorkomende motief van april. Vanaf mei is het motief ‘coronavirus’ niet langer het meest voorkomende motief (er is een zekere terugkeer naar de situatie van vóór COVID-19).
Als we de periode vóór COVID-19 (januari en februari) vergelijken met die van de versoepeling van de maatregelen (mei en juni), stellen we vast dat het klassement van de medische diagnoses (en zelfs hun aantal) heel gelijkaardig is.
Gevolgen COVID-19 op arbeidsongeschiktheid op lange termijn
In de komende maanden zouden we de neveneffecten kunnen zien opduiken van de COVID-19-crisis op de arbeidsongeschiktheid: uitstel van verzorging, economische onzekerheid, psychisch trauma, geestelijke ziektes, burn-out, ... Het is dus van essentieel belang om de psychosociale en economische ondersteuningsmaatregels in het kader van het coronavirus voort te zetten en te versterken.
Het is nog te vroeg om te stellen dat deze gezondheidscrisis heeft geleid tot een toename van de psychische ziektes (depressie, burn-out, druk/uitputting, angst-depressie, psychische decompensatie). De Vlaamse instelling Gezond Leven, legt cijfers voor die lijken te duiden op risico’s op degradatie van de gezondheidstoestand van de burgers, die een stijging van de arbeidsongeschiktheid kunnen veroorzaken, als er niet correct en snel rekening mee gehouden wordt. Zo tonen de eerste resultaten van de eerste gezondheidsenquête van COVID-19 door Sciensano aan dat de angststoornissen (20%) en depressies (16%) sterk zijn toegenomen tijdens de crisis in vergelijking met de waarden van 2018 (11% - 10%) en dat deze depressieve aandoeningen voornamelijk betrekking hebben op de personen in werkloosheid of invaliditeit. Uit het laatste Nationale Geluksonderzoek geleid door UGent blijkt dat het aantal Belgen die zich soms, vaak of altijd angstig voelen, van 40% voor de crisis naar 46% tijdens de crisis is gestegen. Volgens het Kinderrechtencommissariaat van de Vlaamse Gemeenschap, is meer dan een derde van de kinderen en jongeren (tot 17 jaar) bang om zelf ziek te worden.