Uit een studie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen bleek dat gezondheidsuitgaven sterk geconcentreerd liggen bij een groep van 10 % ‘grote gebruikers’ van de gezondheidszorg. Dat betekent dat een kleinere groep mensen erg hoge gezondheidskosten hebben. Gelukkig kent ons gezondheidssysteem de maximumfactuur (MAF). Want zo krijgt elk gezin de garantie dat ze jaarlijks niet meer moeten uitgeven aan geneeskundige verzorging dan het vastgelegde maximumbedrag. De MAF vormt dus eigenlijk een belangrijke bescherming tegen hoge eigen gezondheidsuitgaven: zonder dit systeem zou het gemiddelde remgeld van de ‘grootste consumenten’ een pak hoger liggen.
Sociaal-economisch kwetsbaren
Rita Baeten onderzoekt al jaren gezondheidszorg op Europees niveau en ongelijkheden in de toegang tot zorg en nu richt ze ook haar blik op België. “Er zijn mensen met hoge gezondheidsuitgaven die daardoor in armoede geraken. En de maximumfactuur is een belangrijk instrument om te zorgen dat dit niet gebeurt, maar er is nog verbetering mogelijk. Want om hoge uitgaven te hebben, of recht te hebben op de MAF, moet je eerst toegang hebben tot het gezondheidszorgsysteem”, verduidelijkt Baeten. “Er zijn groepen mensen die nauwelijks toegang hebben tot gezondheidszorg. Mensen die niet tot bij de juiste arts voor de gepaste behandeling geraken, maar die wel veel nood hebben aan gezondheidszorgen.”
Baeten had de voorbije jaren een reeks contacten met sociale gezondheidsdiensten en sprak ook met mensen in een sociaal-economisch kwetsbare situatie. “Tijdens zulke gesprekken komen de zwakke punten van ons gezondheidszorgsysteem naar boven. De MAF kwam maar heel weinig aan bod tijdens die interviews, omdat de financiële problemen zich vaak al voordoen voordat de mensen aanspraak kunnen maken op de MAF. Zulke mensen kennen dit instrument ook gewoonweg niet, ze hebben die informatie niet en vallen uit de boot.”
Criteria vereenvoudigen
De maximumfactuur is niet het enige instrument om mensen te beschermen tegen de kosten voor noodzakelijke gezondheidszorg. We kennen in België ook de derdebetalersregeling, waarbij patiënten enkel hun deel van de kosten aan de zorgverlener betalen. En ook dankzij de Verhoogde Tegemoetkoming (VT) betalen mensen met een laag inkomen minder voor gezondheidszorgen omdat ze een extra tegemoetkoming krijgen. “Maar de toegang tot die systemen is vaak moeilijk”, vindt Baeten. “De Verhoogde Tegemoetkoming is een zeer belangrijk instrument, maar er zijn veel te veel groepen die hier geen automatische aanspraak op kunnen maken. Vaak zijn dit ook mensen zonder de nodige sociale vaardigheden, om hun complex aanvraagdossier correct te vervolledigen met alle nodige bewijsstukken. Het zou al veel helpen als de criteria om recht te hebben op de Verhoogde Tegemoetkoming werden vereenvoudigd, zodanig dat het automatisch kan toegekend worden. En ook de derdebetalersregeling zou veel algemener moeten worden.”
Complexe regelgeving
Het is volgens Baeten ook een misvatting om te denken dat het enkel daklozen of mensen zonder papieren zijn die geen ziekteverzekering hebben. “Denk maar aan zelfstandigen in faillissement of hardwerkende kleine zelfstandigen met een onstabiel inkomen. We weten niet hoe groot die groep is, maar het gaat toch zeker om 100.000 mensen”, legt ze uit. “De regelgeving is ook zo complex, dat zulke mensen niet de juiste informatie vinden bijvoorbeeld over de vrijstellingen voor het betalen van bijdragen waar ze misschien aanspraak op zouden kunnen maken. Probeer zelf maar eens uit te zoeken bij welke verstrekker je recht hebt op een derdebetalersregeling.”